Het verlangen te kunnen omdenken
Abstract
Een burn-out ontstaat wanneer de kloof tussen je eigen diepe overtuigingen en de overlevingspatronen van je dagelijkse praktijk te groot geworden is. Daar waar passie en onmacht elkaar ontmoeten. Elk tijdperk kent zijn valstrikken, en uitgeput zijn is van alle tijden. Wat echter telt, is hoe we ermee omgaan.
Een goed jaar geleden kwam dat ‘burn-outmonster’ bij mij op bezoek. Niet helemaal onverwacht. Het specifieke aan door een burn-out gaan is dat je, in tegenstelling tot wanneer je ‘oververmoeid’ of ‘overwerkt’ bent, tijdens het ziekteproces sterk geconfronteerd wordt met ethiek en wereldbeelden. Je voelt je totaal vervreemd van bepaalde hedendaagse waarden en normen, die voor anderen hoog op de agenda staan. Je interne dialoog geraakt bedolven onder een eindeloze lijst van maatschappelijke tegenstrijdigheden.
Mijn ziek zijn was een zoeken. Niet een zoek zijn. Ik ontdekte voor mezelf twee toekomstige manieren van leven, twee manieren van stenen stapelen: ik kon cynisch worden, de zoektocht naar schoonheid en eerlijkheid verlaten en mijn stenen verticaal op elkaar stapelen; of ik zag de ziekte als een uitnodiging en een bijzonder vruchtbare context om te ‘vervellen’ en mijn stenen horizontaal, één voor één, als een nieuw pad voor me neer te leggen.
Graag getuig ik vandaag voor jullie over het proces van het horizontaal stapelen, en dat in de vorm van een brief. Een brief aan het verlangen. Het verlangen te kunnen ‘omdenken’, zodat je terug kan samenvallen met jezelf, ondanks een maatschappelijke context waarin de afstand tussen ‘waar je graag wil voor staan’ en ‘waar je helaas moet in meedraaien’ soms onoverbrugbaar lijkt.