The Selkie in me

Posted Oct. 24, 2014 by Barbara Raes

Elk jaar op midzomernacht zwemmen zo’n twaalftal selkies naar een hoger liggende rotswand ergens aan de Shetlandeilanden. Twaalf magische selkies die tijdens die nacht zich ontdoen van hun glimmende zeehondenhuid om zich te ontpoppen tot twaalf prachtige mannen en vrouwen. Om te dansen en de liefde te bedrijven tot de ochtend. En dan, nog voor de zon opkomt, hun zeehondenhuid weer aan te trekken en zacht de zee weer in te glijden. De vrouwen met nieuwe selkies in hun schoot.

Het zijn ‘vervellers’ die selkies, ze ontdoen zich van het oude en zwemmen zwanger van het nieuwe en onbekende de volle zee in. Ik voel me al een maand zo’n selkie.  Afscheidnemend van het oude leven, zoekend en welkom in het nieuwe leven.

In dat oude leven was ik een organisatie geworden, een wandelend gebouw. Ineens zit ik zonder die identiteit. Er was altijd ‘Barbara komma een titel’. Nu is het ‘Barbara komma niets’. Dat doet maatschappelijk en sociaal niet altijd veel deugd. Meer dan ooit ben je vandaag ‘wat je doet’. Wie je bent of hoe je bent, doet er al veel minder toe.

Het nieuwe leven begint met de zoektocht naar wat een mogelijke toekomst kan zijn voor mezelf, voor de veranderende wereld, en mezelf in die veranderende wereld. Welke ingrediënten zijn er nodig om te bouwen aan een eenvoudig en eerlijk toekomstrecept?

Alvast dit: een veilige plek. Een plek waar je kan ‘vervellen’.  Waar je de huid van je oude identiteit, die nog stevig aan je botten kleeft, langzaamaan kan afleggen, op zoek kan naar je nieuwe huid, die je in je dromen ziet schitteren.

FoAM, in Brussel, is zo’n plek waar mensen in transformatie terecht kunnen. Een “transiency” noemen zij dat. Als dit begrip nog niet bestond, dan had ik het nu wel uitgevonden. Er is namelijk geen beter woord voor de transitie waar ik nu doorheen moet. Zo’n ‘”transiency” begint met een plek in de plek kiezen. Een eilandje creëren waar je onderzoek grotendeels zal plaatsvinden. Dit gaat bij gepaard met een vurig inwijdingsritueel en de keuze van de planten die het onderzoek mogen begeleiden.

Ik koos voor varens. Het zijn saaie en toch bijzonder spannende planten. Volgens de Letse traditie bloeit de varen alleen op midzomernacht.  Degene die de bloem vindt, zal door de varen groot geluk krijgen! Ik plaatste er ook een Sanseveria bij. Dat was de plant die het vorige leven begeleidde. Ik leer uit mijn keuze dat deze fase nu nog duidelijk een tussen-fase is. Een tussenfase met nieuwe kennis en kennissen.

FoAM sleept me als snel mee in hun wereld. Ze vragen me deel te nemen aan een workshop “The future of doing nothing” in Z33. Ik ga graag op de uitnodiging in. Geen leven zonder “doing nothing”. Lanterfanten. Alleen. Met je lief. Met je vrienden. Gewoon niets doen. Het omgekeerde van ‘Brussel Centraal’.

De workshop ontplooit zich in instructies maken voor de nabije toekomst. “Pre-enacting the future”. We leven voor een uurtje  alsof we in 2024 zijn. Alsof we al lang door die moeilijke transitieperiode heen zijn. Alsof we ontsnapt zijn aan alle gevolgen van wat we nu op ons af zien komen en alsof we met een aantal selkies samen toch die rotswand hebben gehaald. Ik zie ons dansen in 2024, dansen omdat we de tijd voorop konden zijn en zo de druk van het abstracte gegeven ‘tijd’ hebben uitgeschakeld en onze dagen hebben gevuld met activitijd in plaats van activiteit. Ik voel het optimistische potentieel van pre-enacting the future. 

En langzaam vervelt de idee van iets na de komma en zwem ik de volle zee in.